Boven ‘t dorp rijst
Eenzaam en grijs
De oude molen van ter mote
Al was hij groots
Toch bleef hij doods
Iedere dag van elke weke
Maar ‘s zaterdags
En vooral ‘s nachts
Dan vloeit het bier
Als in een beeke
Zie de preses
En comilitones
Zie ze daar komen
De Ruddervoordse zonen
Wij zijn ter mote
Glas in d’hand
Luiden wij storm over vlaandrens land!